Een verzoekschrift indienen

Elke burger heeft het recht om verzoekschriften voor het gemeentebestuur in te dienen. 

Een verzoek is een vraag om iets te doen of te laten (niet te doen). Uit de tekst van het verzoekschrift moet de vraag duidelijk zijn. Het moet ondertekend worden door één of meer personen.

Een verzoekschriften richt je aan het orgaan van de gemeente tot wiens bevoegdheid de inhoud van het verzoek behoort. (schepencollege, gemeenteraad, Bijzonder Comité). Je stuurt het in via het secretariaat van de gemeente. Zij sturen het door naar het juiste orgaan. 

Verzoekschriften over een onderwerp dat niet tot de bevoegdheid van de gemeente behoort, zijn onontvankelijk. Een schriftelijke vraag wordt niet als verzoekschrift beschouwd als:

  • de vraag onredelijk is of te vaag geformuleerd;
  • het louter een mening is en geen concreet verzoek;
  • de vraag anoniem, d.w.z. zonder vermelding van naam, voornaam en adres, werd ingediend;
  • het taalgebruik ervan beledigend is.

Het orgaan of de voorzitter van het orgaan maakt deze beoordeling. Hij kan de indiener om een nieuw geformuleerd verzoekschrift vragen dat wel aan de ontvankelijkheidsvoorwaarden voldoet.

Gaat het om een verzoekschrift voor de gemeenteraad, dan plaatst de voorzitter van de gemeenteraad het verzoekschrift op de agenda van de eerstvolgende gemeenteraad indien het minstens 14 dagen vóór de vergadering werd ontvangen. Wordt het verzoekschrift later ingediend, dan komt het op de agenda van de volgende vergadering.

De gemeenteraad kan de bij hem ingediende verzoekschriften naar het schepencollege verwijzen met het verzoek om over de inhoud ervan uitleg te verstrekken.

De verzoeker of, indien het verzoekschrift door meerdere personen ondertekend is, de eerste ondertekenaar van het verzoekschrift, kan worden gehoord door het betrokken orgaan van de gemeente. In dat geval heeft de verzoeker of de eerste ondertekenaar van een verzoekschrift het recht zich te laten bijstaan door een persoon naar keuze.

Het betrokken orgaan van de gemeente verstrekt, binnen drie maanden na de indiening van het verzoekschrift, een gemotiveerd antwoord aan de indiener(s).